Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
Deze rubriek toont alle actualiteit m.b.t. het FPB, gaande van de meest recente studies, persberichten, en artikels tot aankondigingen van toekomstige publicaties, workshops, colloquia…
Bovenstaande HTML-versie van het communiqué bevat doorgaans niet alle informatie van de PDF-versie. Voor een volledige versie (met grafieken en tabellen), download het communiqué in PDF-formaat hieronder of in het kader 'PDF & downloads' rechtsbovenaan.
Dankzij onder meer de sterke jobcreatie van de afgelopen jaren en de gunstige vooruitzichten voor de onmiddellijke toekomst, treden er geleidelijk belangrijke accentverschuivingen op binnen het arbeidsmarktbeleid. Het beleid besteedt steeds meer aandacht aan de manier waarop de effectieve of latente arbeidsreserve kan worden ingezet om best tegemoet te komen aan de te verwachten toename van het aantal arbeidsplaatsen.
In de Short-Term Update van juli, de kwartaalpublicatie van het Federaal Planbureau (FPB), wordt dieper ingegaan op de voorbije trends in het potentiële en het effectieve arbeidsaanbod. Daarnaast wordt ook een blik in de toekomst geworpen op basis van de FPB-vooruitzichten op middellange termijn (periode 2000-2005) die in april werden gepubliceerd.
Tot aan het einde van de jaren 80, ging de stijging van het totale arbeidsaanbod gepaard met een toename van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar). De participatiegraad bleef - ondanks enkele tijdelijke ups en downs - schommelen rond 62%. De sterke stijging van de vrouwelijke participatiegraad werd in die periode gecompenseerd door een even sterke afname van de mannelijke participatiegraad, niet het minst doordat een gedeelte van de potentiële arbeidsreserve massaal in twee systemen van vervroegde uittreding: brugpensioenen en niet-werkzoekende “oudere” werklozen geabsorbeerd werd.
In de loop van het voorbije decennium is de demografie als stuwende kracht achter de stijging van het arbeidsaanbod echter geleidelijk weggevallen. Ondanks een verdere lichte toename van de bevolking op arbeidsleeftijd, dragen vanaf 1999 (zie grafiek) de demografische wijzigingen niet langer positief bij tot de verdere stijging van het arbeidsaanbod. Naarmate de bevolkingsrijke babyboomcohorten op de leeftijdsladder opklimmen, neemt binnen de bevolking op arbeidsleeftijd het aandeel van leeftijdsklassen met traditioneel lagere activiteitsgraden immers toe. De gemiddelde leeftijd van het arbeidsaanbod (concept FMTA) steeg reeds van 36,8 jaar in 1987 tot 38,3 jaar in 1998 en zou in 2005 39,3 jaar bedragen. De veel geciteerde vergrijzing van de bevolking wordt voorafgegaan door de vergrijzing van de beroepsbevolking.
Het arbeidsaanbod bleef weliswaar verder toenemen tijdens de jaren 90, maar dat moet hoe langer hoe meer toegeschreven worden aan socio-economische factoren. Enerzijds blijven de vrouwelijke participatiegraden gestaag stijgen, naarmate generaties vrouwen die sterker vertegenwoordigd zijn op de arbeidsmarkt, doorschuiven naar de oudere leeftijdsklassen. De geleidelijk hogere pensioenleeftijd voor vrouwen versterkt trouwens dat fenomeen. Anderzijds wordt die positieve bijdrage tot de toename van het arbeidsaanbod (zie grafiek) minder dan vroeger tenietgedaan door afkalvende mannelijke participatiegraden. Meer nog, vanaf de tweede helft van de jaren 90 remt de ontwikkeling van de mannelijke participatiegraden de toename van het arbeidsaanbod niet langer af.
Op middellange termijn zou de verdere stijging van het arbeidsaanbod opnieuw gedragen worden door een toename van de participatiegraden (zie grafiek), voornamelijk bij de vrouwen. Die vooruitzichten gaan bovendien uit van twee vrij behoudende hypothesen op het vlak van vervroegde uittredingen. Eén, werkende mensen ouder dan 50 jaar blijven in hetzelfde tempo vervroegd uittreden als in het recente verleden. Twee, vervroegde uittreders keren niet terug naar de arbeidsmarkt. Omwille van de geleidelijke daling van de beschikbare arbeidsreserve en de verschuiving naar een arbeidsmarktpolitiek die de verlenging van de beroepsloopbaan aanmoedigt, ligt het echter in de lijn der verwachtingen dat er grotere opwaartse druk zou kunnen ontstaan op de participatiegraden boven 50 jaar.
Verwante documenten
Beschikbare gegevens
Thema's
None
JEL
Keywords