Nieuws
Perscommuniqués
Colloquium
Laatste 5 gegevensbanken
De instelling
Het Federaal Planbureau (FPB) is een onafhankelijke instelling van openbaar nut. Het maakt studies en vooruitzichten over economische, sociale en milieubeleidskwesties. Ook wordt de integratie van die beleidskwesties in een context van duurzame ontwikkeling bestudeerd.
Coraline Daubresse werkt sinds 2011 als expert op het Federaal Planbureau. Sinds 2012 werkt ze binnen de equipe ‘Energie - Vervoer’, waar ze thematische analyses uitvoert met betrekking tot vervoer en waar ze meewerkt aan de uitwerking van de langetermijnvooruitzichten voor de transportvraag. Die vooruitzichten worden om de drie jaar gepubliceerd in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer.
Dit document geeft een niet-technische beschrijving van het PLANET- en het CASMO-model. Aan de hand van het referentiescenario voor de doorrekening van de partijprogramma’s worden de belangrijkste modelresultaten overlopen. Tot slot geven we de resultaten van enkele illustratieve beleidsscenario’s.
Het doel van dit rapport is om de effecten op de vraag naar goederenvervoer te bestuderen van de afschaffing van de teruggave van de accijnzen voor professionele diesel, met behulp van het PLANET-model. De analyse vergelijkt de resultaten die in april 2022 werden gepubliceerd in de Transportvooruitzichten voor België met een variant gebaseerd op de afschaffing van deze regeling voor vrachtwagens vanaf 2025 (t+1 in het model).
Het Federaal Planbureau publiceert, in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer, zijn vooruitzichten voor de transportvraag in België bij ongewijzigd beleid. Deze vijfde editie bevestigt het scenario van een verzadiging van de vraag naar personenvervoer, dat in de vorige editie ook al werd geschetst. Het goederenvervoer blijft sterk groeien, aangedreven door de internationale handel. Het wegvervoer blijft dominant voor zowel personen als goederen. Deze evoluties leiden tot een daling van de gemiddelde snelheden op het wegennet, vooral rond de agglomeraties Antwerpen en Gent. De uitstoot van broeikasgassen en lokale polluenten daalt sterk in projectie door de verbetering van de milieuprestaties en de elektrificatie van het park van personenauto’s.
Het Federaal Planbureau (FPB) maakt om de drie jaar langetermijnvooruitzichten voor de transportvraag in België in samenwerking met de FOD Mobiliteit en Vervoer. De hypothesen die aan deze vooruitzichten ten grondslag liggen, worden gezamenlijk bepaald door het FPB en de FOD Mobiliteit en Vervoer. Dit rapport beschrijft in het kort de belangrijkste hypothesen en updates die zijn voorgesteld voor de ontwikkeling van de vooruitzichten voor de transportvraag die in april 2022 zijn gepubliceerd.
Deze working paper beschrijft de voornaamste evoluties in de consumptieve bestedingen van de huishoudens voor vervoer in België. Daarvoor werd een beroep gedaan op verschillende gegevensbronnen: enerzijds de gegevens uit de nationale rekeningen over de consumptieve bestedingen van de gezinnen (INR, Eurostat) en anderzijds de resultaten van de Huishoudbudgetonderzoeken (Statbel).
Het doel van dit rapport is telewerk als mogelijke oplossing voor het mobiliteitsvraagstuk vanop een zekere afstand te bekijken. Naast de hernieuwde belangstelling voor telewerk in het publieke debat en de sterke nadruk die erop gelegd wordt sinds het begin van de COVID-19-epidemie, is het hier de bedoeling om met behulp van betrouwbare bronnen en beproefde modellen het verband tussen een uitbreiding van telewerk en de vermindering van de transportvraag te objectiveren. Het PLANET-model van het Federaal Planbureau werd aangepast om in zijn langetermijnprojecties expliciet rekening te houden met de evoluties in het telewerk.
PLANET is een model dat werd ontwikkeld door het Federaal PLANbureau en dat de relatie tussen Economie en Transport modelleert. Het model heeft tot doel: een projectie van de transportvraag in België op lange termijn uit te werken, zowel voor het personen- als het goederenvervoer; de effecten van beleidsmaatregelen voor transport te simuleren; een kosten-batenanalyse van die beleidsmaatregelen voor transport op te stellen. Dit methodologisch rapport beschrijft gedetailleerd het PLANET-model en meerbepaald de versie 4.0 die werd gebruikt voor de transportvooruitzichten van januari 2019.
In het kader van een samenwerkingsakkoord tussen het Federaal Planbureau en de FOD Mobiliteit en Vervoer maakt het Federaal Planbureau om de drie jaar langetermijnvooruitzichten voor de transportvraag in België. Deze oefening is de vierde in de reeks en heeft tot doel een projectie bij ongewijzigd beleid uit te werken die het mogelijk maakt de algemene trends op lange termijn te onderscheiden, elementen aan te reiken waarop een transportbeleid kan steunen en de impact van transportmaatregelen te bestuderen.
Deze paper geeft een niet-technische beschrijving van het PLANET-model, met een focus op beleidsanalyse in de transportsector. De werking van de verschillende modules, alsook van de belangrijkste gedragseffecten, modeldimensies en beleidsvariabelen wordt gepresenteerd. Er wordt ingegaan op een aantal specifieke gevallen die belangrijk zouden kunnen zijn voor de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s, met name de behandeling van de fiscale uitgaven voor transport in de directe belastingen en de invoering van een geografische dimensie. Tot slot geven we de resultaten van enkele illustratieve beleidsscenario’s.
In deze Working Paper worden de voornaamste evoluties in de consumptieve bestedingen van de gezinnen voor vervoer in België voorgesteld. Daarvoor wordt een beroep gedaan op verschillende gegevensbronnen: enerzijds de gegevens uit de nationale rekeningen over de consumptieve bestedingen van de gezinnen (Instituut voor de Nationale Rekeningen, Eurostat) en anderzijds de resultaten van de Huishoudbudgetonderzoeken.
De analyse bestaat uit twee hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden de gegevens uit de nationale rekeningen over de gezinsuitgaven voor vervoer in België beschreven en wordt er aan de hand van de Eurostat-gegevensbank een vergelijking gemaakt tussen de uitgaven in België en die in de buurlanden en de EU28. In het tweede hoofdstuk worden de resultaten van de Huishoudbudgetonderzoeken onder de loep genomen en wordt de analyse verfijnd door voor een gegeven periode de gemiddelde uitgaven van de Belgische gezinnen op te splitsen naar gewest, leeftijdscategorie en inkomenskwartiel van het gezin.
In het kader van een samenwerkingsakkoord tussen het Federaal Planbureau en de FOD Mobiliteit en Vervoer maakt het Federaal Planbureau om de drie jaar langetermijnvooruitzichten voor de transportvraag in België. Deze oefening is de derde in de reeks en heeft tot doel een projectie bij ongewijzigd beleid uit te werken die het mogelijk maakt de algemene trends op lange termijn te onderscheiden, elementen aan te reiken waarop een transportbeleid kan steunen en de impact van transportmaatregelen te bestuderen.
Deze thematische analyse heeft als doel de voornaamste evoluties te tonen in de consumptieve bestedingen van de huishoudens voor vervoer in België. Daarvoor werd een beroep gedaan op verschillende gegevensbronnen: enerzijds de gegevens uit de nationale rekeningen over de consumptieve bestedingen van de gezinnen (INR, Eurostat) en anderzijds de resultaten van de Huishoudbudgetonderzoeken.
Deze Working Paper onderzoekt de resultaten van het Waalse innovatiesysteem in 2010. Het onderzoek is toegespitst op de 6 dimensies van het innovatiesysteem: kennisontwikkeling, menselijke hulpmiddelen, valorisatie van O&O, absorptiecapaciteit van de innovatie, ondernemerschap en financieringscapaciteit. Die pijlers worden geëvalueerd door de resultaten van het Waals innovatiesysteem te vergelijken met die van andere Europese landen en regio’s met een vergelijkbaar industrieel erfgoed. De analyse van het Waals innovatiesysteem benadrukt de goede resultaten wat betreft het vrijmaken van financiële hulpmiddelen voor O&O, maar tevens een mogelijk probleem m.b.t. de beschikbare menselijke hulpmiddelen voor O&O. De instandhouding van een toereikende competentiestroom door nieuw afgestudeerde wetenschappers en ingenieurs en door het principe van levenslang leren blijft de voornaamste uitdaging voor de komende jaren.